Waardevolle postzegels
Het was altijd mijn droom om in een groot aaneengesloten natuurgebied te werken waar je uren kon dwalen zonder een mens tegen te komen. Jarenlang heb ik gewerkt in het prachtige natuurgebied Nationaal Park Weerribben-Wieden. Hier was dat inderdaad mogelijk. Soms was ik uren op pad terwijl ik geen mens zag, maar wel reeën, purperreigers, visarenden, libellen, kiekendieven, klapeksters en zelfs een otter tegenkwam. De weidsheid en de uitgestrektheid van het landschap waren geweldig om te ervaren. Op sommige momenten kwam de regen met bakken uit de lucht, op andere momenten gingen we er tijdens de vorst op de schaats uit omdat we dan op plekken konden komen die anders onbereikbaar waren.
Inmiddels werk ik al weer een heel aantal jaren in de Zuid-Hollandse Delta die voor een deel bestaat uit veel kleine gebieden. Zeker in het begin miste ik weleens de grootschaligheid van mijn vorige werkgebied, maar inmiddels ben ik ook de meerwaarde van kleine natuurgebieden erg gaan waarderen.
Een natuurgebied hoeft namelijk niet groot te zijn om een bijzondere waarde te hebben. Zowel in de Hoeksche Waard als op Goeree-Overflakkee beheer Staatsbosbeheer kleinere graslandjes en bosjes. Menig buitenstaander beschouwt deze gebiedjes als waardeloze postzegels. Maar juist van deze kleine gebiedjes kan de natuurwaarde erg hoog zijn. De kreekgebieden, bijvoorbeeld, bestaan ten eerst uit water met allerlei soorten vis. Dat water gaat in sommige gevallen over in rietzones met meerjarig riet waarin allerlei soorten rietvogels broeden, eten en overnachten. Soms heeft een oever juist steile kanten wat aantrekkelijk is voor oeverzwaluwen of ijsvogels. De rietzones gaan ten slotte over in grasland waar zeldzame planten groeien die allerlei insecten, zoals bijen, sprinkhanen, en vlinders, aantrekken. In de kleine bosgebieden vinden allerlei soorten, zoals buizerds, Vlaamse gaaien en mezen, een plek om te broeden en reegeiten krijgen er hun kalfjes.
Wat ook belangrijk is aan deze waardevolle postzegels, is dat ze voor dieren vaak dien als schakels (steppingstone) om van het ene grote natuurgebied naar het andere te kunnen gaan. De afstand tussen twee gebieden is vaak te groot om in een keer te kunnen overbruggen. En niet vergeten, juist deze kleine gebieden liggen vaak in de buurt van bebouwing en zijn dus voor veel mensen een uitgelezen plek om ter ontspanning de natuur in te gaan.
Deze column is eerder gepubliceerd in Christelijk tijdschrift de Gezinsgids van 30 augustus 2018.
Een natuurgebied hoeft namelijk niet groot te zijn om een bijzondere waarde te hebben. Zowel in de Hoeksche Waard als op Goeree-Overflakkee beheer Staatsbosbeheer kleinere graslandjes en bosjes. Menig buitenstaander beschouwt deze gebiedjes als waardeloze postzegels. Maar juist van deze kleine gebiedjes kan de natuurwaarde erg hoog zijn. De kreekgebieden, bijvoorbeeld, bestaan ten eerst uit water met allerlei soorten vis. Dat water gaat in sommige gevallen over in rietzones met meerjarig riet waarin allerlei soorten rietvogels broeden, eten en overnachten. Soms heeft een oever juist steile kanten wat aantrekkelijk is voor oeverzwaluwen of ijsvogels. De rietzones gaan ten slotte over in grasland waar zeldzame planten groeien die allerlei insecten, zoals bijen, sprinkhanen, en vlinders, aantrekken. In de kleine bosgebieden vinden allerlei soorten, zoals buizerds, Vlaamse gaaien en mezen, een plek om te broeden en reegeiten krijgen er hun kalfjes.
Wat ook belangrijk is aan deze waardevolle postzegels, is dat ze voor dieren vaak dien als schakels (steppingstone) om van het ene grote natuurgebied naar het andere te kunnen gaan. De afstand tussen twee gebieden is vaak te groot om in een keer te kunnen overbruggen. En niet vergeten, juist deze kleine gebieden liggen vaak in de buurt van bebouwing en zijn dus voor veel mensen een uitgelezen plek om ter ontspanning de natuur in te gaan.
Deze column is eerder gepubliceerd in Christelijk tijdschrift de Gezinsgids van 30 augustus 2018.